Maar liefst vier op de tien Vlaamse 50-plussers willen nog vóór hun pensioen verhuizen naar een kleinere woning die al op maat is van een oude dag. Dat blijkt uit een nieuw woononderzoek bij 1.000 Vlaamse vijftigplussers van Hillewaere, een van de grootste vastgoedspecialisten van Vlaanderen. “In vergelijking met tien jaar geleden, is de nieuwe generatie 50-plussers nog veel meer bezig met hun toekomst. Vaak hebben ze bij hun eigen (groot)ouders gemerkt hoe moeilijk het kan zijn om tot de laatste dag in de vertrouwde grote gezinswoning te wonen. Daarom verhuizen ze steeds vaker naar een andere woonst terwijl ze nog over een hoger maandelijks inkomen beschikken”, aldus Roel Druyts, CEO van Hillewaere Vastgoed. De belangrijkste redenen om vroeg te verhuizen zijn volgens de enquête ook de vrees voor onnodig veel onderhoud, een opeenstapeling van renovatiekosten én mogelijke ongevallen door obstakels zoals steile trappen.

De Vlaming doet steeds vaker aan pensioensparen en ook vastgoed krijgt daarin stilaan een prominente plek. Niet verwonderlijk als je weet dat een gemiddelde bediende tegenwoordig zéker twee volledige netto jaarlonen opzij moet zetten om dezelfde levensstandaard te behouden na zijn of haar pensioen. Als daar plots nog woningkosten bijkomen, loopt de maandelijkse last al snel hoog op. Daarom investeert de Vlaming liever in een nieuwe, kleinere woning die daarenboven comfortabeler is om van een oude dag te genieten. Zo willen dezer dagen maar liefst vier op de tien Vlaamse vijftigplussers een kleinere woning met o.a. minder trappen en slaapkamers, minder onderhoud, en minder kosten. Bijna de helft van hen gaat zelfs resoluut voor een appartement (46%). Dat blijkt uit een nieuwe studie die vastgoedmakelaar Hillewaere Groep liet uitvoeren door marktonderzoeksbureau iVox. Dat vijftigplussers steeds vaker voor een verhuis kiezen nog voor ze met pensioen gaan, heeft volgens vastgoedspecialist Roel Druyts een logische verklaring.

“Dit fenomeen komt steeds vaker voor. We merken al een tijdje dat meer vijftigers bewuster bezig zijn met hun pensioen dan goed tien jaar geleden. Ze beseffen dat ze minder goed te been zullen worden én dat die grote gezinswoning wel eens veel onderhoud kan vragen. Meestal maken ze die klik wanneer de kinderen het huis uit zijn en ze merken dat de indeling van hun woning niet meer voldoet aan hun levensstijl. Met nog een 10- à 15-tal jaar werken voor de boeg, kunnen ze nog gemakkelijker een nieuwe woonlening afbetalen. Die is doorgaans niet al te zwaar, dankzij de opbrengst uit de verkoop van hun huidige woning.” 

Praktische kant domineert

Opvallend in de studie is ook dat vooral vrouwen het belangrijker vinden om niet te groot meer te wonen, dichtbij het openbaar vervoer én voldoende winkels met basisvoorzieningen zoals een bakker en een supermarkt in de buurt te hebben. Mannen lijken minder ver vooruit te denken en vinden het op hun beurt vooral belangrijk om een grote tuin te hebben.

“Bij klassieke koppels is dat verschil in de praktijk ook vaak herkenbaar, zo merken wij op in ons dagelijks contact met klanten. Zo neemt de vrouw vaak het eerste contact om een huisbezoek in te plannen en heeft zij vaak de beslissende stem in het al dan niet aankopen van de woning. Hoe dat precies komt, daar hebben wij het raden naar. Maar het valt wel op dat vrouwen doorgaans praktischer lijken ingesteld en verder vooruit kijken.” 

Ook als we naar de provincies kijken, zijn er enkele opvallende verschillen merkbaar. Vooral in de provincies Antwerpen (42 procent) en Limburg (45,5 procent) willen vijftigplussers nog voor hun pensioen verhuizen naar een woning die meer voldoet aan de noden van een oude dag. Dit heeft volgens de vastgoedspeler vooral te maken met de ligging van hun woningen.

“De provincies Antwerpen en Limburg tellen meer landelijke gebieden met vaak grotere en vrijstaande woningen. Het is dus voor die mensen vaak van belang om op latere leeftijd compacter te wonen. Zoals het onderzoek ook aantoont, willen ze vaak dichter in kernen wonen waar winkels en openbaar vervoer op wandel- of fietsafstand te vinden zijn. Die vereisten krijgen wij ook heel vaak te horen van onze klanten.” 

Budget en ontzorging

Uit het onderzoek blijkt nog dat het prijskaartje van de nieuwe geschikte woning tussen de 250.000 en 350.000 euro mag liggen, en dat zonder registratierechten of btw en notariskosten geteld. Maar dat is volgens Druyts vaak een utopie omdat kopers uiteindelijk toch snel boven dat bedrag uitkomen, omdat ze voor nieuwbouw kiezen.

“Wie in een oudere woning woont, heeft vaak een verkeerd beeld van wat een nieuwe(re) woning vandaag kost. Verhuis naar nieuwbouw vraagt bijvoorbeeld al snel een groter budget maar anderzijds wordt daar vaak vergeten dat je energiekosten gigantisch lager liggen. Als je dat verschil in maandelijkse kosten op termijn gaat uitrekenen, dan merk je wel waar je kan winnen.” 

Volgens Druyts valt het ook op dat vijftigplussers dezer dagen veel minder tijd willen besteden aan administratie en vooral ontzorgd willen worden.

“Je botst als huizenjager vaak op hetzelfde probleem: ga je eerst je huidige woning verkopen of eerst de nieuwe aankopen? Dat geeft vaak onnodige stress. Waar wij vroeger alleen aangesproken werden voor de verkoop van een woning, ligt die rol nu dubbel en gaan we vaak tegelijk op zoek naar de aankoop van een nieuwe woning. Dat is een hele uitdaging, maar bezorgt de klant wel de nodige gemoedsrust.” 

Tweede woning als inkomstenbron

Tot slot onthult het onderzoek nog dat één op de tien bevraagden een tweede woning heeft. Iets meer dan de helft daarvan, 53 procent om precies te zijn, geeft aan dat deze tweede woning dient als extra inkomstenbron wanneer ze met pensioen zijn.

“Vijftigers hebben vaak net hun eigen woning afbetaald. Op dat moment valt er een zware maandelijkse last weg en komt er dus kapitaal vrij. Het zit nu eenmaal in de Vlaming om te investeren in vastgoed. Ze opteren dan vaak voor een extra woning die dient als opbrengstwoning, al dan niet met een kleine bijkomende lening. Zo worden nieuwbouwappartementen in onze portefeuille voor 50 procent aangekocht als investeringspand met het oog op verhuur.” 

Van de bevraagden die geen tweede woning bezitten, geeft een vijfde aan dat ze dat wel willen. De populairste bestemmingen voor een tweede verblijf zijn tot slot de Belgische kust (41 procent) en het buitenland (27 procent), zoals het zuiden van Frankrijk en Spanje.


Dit bericht werd opgepikt door de pers, onder andere door: